Apenspeurtocht

‘Hoeveel nachtjes nog mam?’

In januari kwam de vraag voor het eerst voorbij.

‘Meer dan honderd’, riep ik, ‘dus het duurt nog heel lang.’

Begin mei inventariseerden we welke kleutergasten uitgenodigd zouden worden en wat het onderwerp moest zijn voor het eerste officiële kinderfeestje van Lina.

‘Mam ik wil een apenfeestje met Maud, Joost en Sofia.’

Lekker overzichtelijk, even een speurtocht in elkaar draaien, of, nog makkelijker, delegeren aan de puber. Na meer dan tien kinderfeestjes maak ik me er niet meer zo druk om.

Julia en haar vriendin Pleun maken een gezellig filmpje met vier knuffel-apen genaamd: ‘Lina, Maud, Joost en Sofia.’ De apen ‘vertellen’ dat ze zin hebben om buiten te spelen, ze gaan zich verstoppen in het park en willen graag gevonden worden.

Verwarring alom bij de kleuters. Maud gelooft niet dat apen kunnen praten, Sofia slaat haar handen voor haar gezicht; ‘natuurlijk wel Maud! Dat zie je toch, we moeten ze NU gaan zoeken!’ Lina probeert haar gympen aan te trekken en Joost blijft onverstoorbaar aan tafel zitten kleuren.

Julia en Anna zijn inmiddels het huis uit gerend om zo snel mogelijk de krijt-route uit te zetten voor de hysterische mini-achtervolgers.

Met de vier types van een meter twintig hoog ga ik op pad.

Op de galerij vinden ze de eerste krijtpijlen en in de lift wens ik mezelf al een plek op een onbewoond eiland. Stuiterend en schreeuwend knallen ze het plein voor onze flat op. Waar alles normaal tergend langzaam gaat bij deze moppies, omdat ze totaal geen tijdsbesef hebben, lijken ze nu veranderd in raketjes die zich met lichtsnelheid verplaatsen.

Julia en Anna kunnen ze nauwelijks voor blijven. De eerste pluche-aap hangt slordig in een boompje op het grasveld tussen de huizen en appartementen van onze vredige buurt. De vier over-enthousiaste kleuters maken zoveel lawaai, je ziet de vogels zich afvragen of oud en nieuw aan de vroege kant is dit jaar.

Gelukkig kunnen ze niet bij het aapje in de boom en moeten ze wachten op een langer iemand. Met de aap stevig en hoog in de lucht vasthoudend herinner ik het clubje nog even aan de afspraken. We gaan WANDELEN, dus RUSTIG LOPEN, en we blijven bij elkaar.

Dat gaat honderd meter goed, tot ze de houten speeltuin in de gaten krijgen waarop de motor weer aan gaat. Gelukkig is de verstopplek deze keer iets lastiger te vinden, boven in de uitkijktoren, waardoor ik even op adem kan komen.

De spanningsboog van een kleuter is ongeveer een kwartier en daar zitten we nu op. Maud, afgeleid door een huppelend konijn, struikelt op het fietspad dat door omhoog gegroeide wortels van bomen in een golfslagbad is veranderd. Dikke tranen, gelukkig geen bloed.

Het tempo zakt terug naar sjok, sjok. Inmiddels lopen we langs de hockeyvelden over het houtsnipperpad van de trimbaan in ons park.

Maud trekt elke dertig meter haar sandalen uit omdat er steentjes in zitten en omdat ze niet nog eens wil struikelen. Sofia loopt op haar tenen omdat ze bang is dat haar nieuwe schoenen stoffig worden. Lina stuitert van voor naar achter tussen iedereen door en maakt zich zorgen over het ontbreken van krijtpijlen. Zijn we nog op de goede weg? Joost houdt het hoofd koel en maakt met zijn kleine vuistje pijlen in de houtsnippers, zodat we in ieder geval de weg terug kunnen vinden.

Net als ze beginnen te zingen ‘Het duurt TE LANG!’ zien ze het eindpunt, de grote speeltuin, de laatste aap wordt gevonden. De schatkist, verstopt in de overdekte glijbaan, wordt aangevallen alsof ze een week niets hebben gegeten. Apenkoppen, bananenschuimpjes en chips. Binnen tien minuten is de kist leeg en heb ik een enorme zak bolletjes met pindakaas en hagelslag over waar helemaal niemand meer op zit te wachten. Misschien iets als troost voor de getraumatiseerde vogels.

De drie meisjes klimmen op een schommel en Joost blijft naast me zitten op de bank met een pakje limonade in zijn hand.

‘Zo mevrouw’, zegt hij ‘wat gaan we nu doen? Want we hebben nog niet zo heel veel gedaan hè.’

Ik kijk hem verbaasd aan en probeer te bedenken of ik het wel goed heb gehoord. Hij is bloedserieus.

‘Jongen, wat hebben we dan tot nu toe gedaan?’ Vraag ik, om hem inzicht te geven in het naar mijn mening overvolle programma.

‘Taart eten, kleurplaat kleuren, apenspeurtocht, schat gevonden en nu zijn we in de speeltuin. Dus wat komt hierna?’

‘Hierna komt; terug naar Lina’s huis lopen en opgehaald worden door je vader.’

Hij knikt alsof het wel oké is, in ieder geval voor hem overzichtelijk genoeg om niet nog meer feedback te geven op de planning van het feestje.

Een half uur later loop ik bekaf met het viertal terug naar ons huis en komen we de buurman tegen, op zijn racefiets. Hij stapt af en loopt met ons mee. Ik had graag een rondje gefietst, wat, ik had liever honderd kilometer gefietst dan vier kleuters in de speeltuin.

‘STOP!’ roep ik tegen het sprintende stelletje dat door al het suikergoed weer op lichtsnelheid zit.

Ze stoppen vlak voor de weg.

‘Opvoeding geslaagd!’ zegt de buurman. ‘Als je dit voor elkaar krijgt is de opvoeding geslaagd, alles onder controle.’

Ik lach, ja, alles onder controle…


Geplaatst

door

Reacties

6 reacties op “Apenspeurtocht”

  1. Patricia avatar
    Patricia

    Haha arme jij. Wat heerlijk geschreven weer. Lina kijkt heel gelukkig dus die heeft een topdag gehad.

    1. Mies avatar
      Mies

      Ja Lina was superblij! Ik ben lekker gaan hardlopen ’s middags 🙂

  2. Willeke avatar
    Willeke

    Prachtig verhaal weer! En dat de zussen betrokken worden in de organisatie..mooi hoor! Ja mama, je holt er zo wel achteraan. Tong op de schoenen waarschijnlijk? 😉 Nog van harte gefeliciteerd met Lina!! Hou op, wat gaat de tijd toch snel..dikke X.

    1. Mies avatar
      Mies

      Dankjewel! Ik heb met Julia en Anna afgesproken dat ze volgend jaar een vergoeding krijgen voor de organisatie 🙂

      dikke X, liefs!

  3. Moeders avatar
    Moeders

    Weer geweldig en buitengewoon beeldend! Ik zag het allemaal voor me. Maar je had wel een hele blije dochter! ??

    1. Mies avatar
      Mies

      Dankjewel moeders!