Even googelen

Als ik ’s morgens wakker word draai ik op mijn rechterzijde en druk mezelf met mijn linkerhand omhoog. Ik zit op de rand van mijn bed, buig langzaam mijn hoofd naar mijn knieën en probeer met mijn handen mijn tenen aan te raken. Als het lukt sta ik op en wandel ik naar de badkamer om te douchen. Bij het afdrogen volgt opnieuw een bewegingsritueel. Ik sla de handdoek om mijn middel en pak de badrand vast. Dan zak ik in hurkzit en vouw mezelf dubbel om weer rechtop te kunnen staan. Adem in. Adem uit. Gevolgd door een flink scheldwoord.

Ergens in oktober 2017 ging ik door mijn rug. Ik vond het niet direct een rede om in paniek te raken. Het is me wel vaker overkomen. Meestal ging het vanzelf over, of na een of twee keer fysiotherapie.

Deze keer is het anders. Het is, terwijl ik dit schrijf, februari 2018. Ik ben er nog net niet dramatisch over maar tsjonge-jonge-jonge wat duurt het lang.

Na een week of vier meldde ik me bij de fysiotherapeute. Deze dame, die tevens osteopaat is, heeft haar praktijk tegenover onze flat. Ze draait me, ze buigt me, masseert en plaatst secuur mijn wervels op een rijtje. Ze heeft vertrouwen, meer dan ik, dat het goedkomt. Met geduld, dat, wederom bewezen, echt mijn allerslechtste eigenschap is.

Zodra ik me een fractie beweeglijker voel spring ik in de train-modus. Yoga, rondje hardlopen, keihard fietsen. Om een dag later weer terug bij af te zijn.

Van een afstand observeer ik mezelf met mededogen. Wat zou ik mij adviseren? ‘Moet’ maar even niets Mies. Omarm die ellende. Dat is de eerste stap.

Ik ben er nog niet aan toe en modder nog wat door.

Op dringend advies van de lieverds waarmee ik in een huis woon ga ik eind januari langs de huisarts. Een vervanger. Ik vertel van mijn pijn, de frustratie en al die pillen die ik slik en die ik behoorlijk zat ben.

‘Tja’, zegt de dokter, nadat ze naar mijn rug heeft gekeken. ‘Het kan best een tijdje duren, je onderrug is stijf en een beetje hol, verder zie ik niets bijzonders. Doorgaan met fysio, qua pijnstillers het liefst paracetamol nemen en voor de zekerheid een fotootje laten maken om andere oorzaken uit te sluiten.’

In het ziekenhuis kan ik meteen terecht op de röntgenafdeling. Of ik zwanger ben, vraagt de verpleegkundige. Nu even niet.

De volgende dag bel ik de huisarts voor de uitslag. De doktersassistente, die na vijf minuten zoeken de brief van de radioloog heeft gevonden leest voor wat er staat. ‘Er zijn geen tekenen van …(Latijns woord), ook geen zichtbaar …(nog een Latijns woord) en er zijn geen sporen van ….(nóg een Latijns woord) te zien.’

Zo, ‘Dat lijkt me goed nieuws,’ zegt ze, ‘ik zou natuurlijk even moeten googelen om erachter te komen wat dat allemaal precies betekent maar geen ….(Latijns woord) en geen …(nog een Latijns woord) is meestal positief.’

Ik heb het gevoel alsof ik in een aflevering van Bananasplit ben beland en  kijk om me heen of ik een cameraploeg zie verschijnen. Niks. Serieus?! Even googelen…

Ik vraag de assistente of ze de uitslag van de röntgenfoto naar me kan mailen. ‘Nee,’ zegt ze, ik heb geen flauw idee hoe dat hier werkt, ik vervang de vaste assistente. Maar ik kan het wel naar u opsturen.’

‘Doe dat dan maar,’ zeg ik tegen haar, ‘dan ga ik zelf wel even googelen.’


Geplaatst

door

Reacties

Eén reactie op “Even googelen”

  1. Willeke de Mos avatar

    Ha ha Mies, zo begrijpelijk. Ruggen moeten het gewoon pijnloos doen! Mensen die een vak hebben gekozen moeten dat vak met deskundigheid en inlevingsvermogen uitoefenen! En niet jou met een kluitje in het riet sturen! Realiteit blijft dat je ten allen tijde zelf degene blijft die de touwtjes in handen moet houden, de rug recht moet houden en juiste antwoorden en conclusies moet halen en keuzes moet maken. Dat is verdomde moeilijk!! En ook daarmee moet leven! En er het beste van moet maken!! …Allemaal moetjes maar ten behoeve van je eigen geluk, dus het zijn mooie moetjes. Dikke kus!