Tranen van 2017

Zat ik daar weer, te huilen, in de kerk. Elk jaar hetzelfde (kerst)liedje.

Julia en Anna zitten op een katholieke basisschool. Daar merk je niks van. Behalve in de periode voor Kerstmis. Wekenlang wordt er gezongen. ‘De herdertjes lagen bij nachte’, ‘Midden in de winternacht’ en ‘Sjok, sjok, sjok, liep het ezeltje’.

Woensdagochtend om half negen verzamelen kinderen en ouders zich in de reusachtige kerk op de Linnaeushof in Amsterdam-oost. Ik schuifel naar binnen en breng Anna naar het kerkbankje waar groep 3a zich heeft gevoegd. In deze ruimte kun je bijna geen voorstelling maken van het knusse wijkje waar het kolossale gebouw zich in bevindt.

Als ik omhoog kijk zie ik prachtig gekleurde glas-in-lood ramen en stenen beelden van mensen, discipelen? Maria? Jezus, ik weet er weinig van. Een beetje onbeholpen sta ik om me heen te turen. Andere ouders zoeken een plekje. Ga ik naast iemand zitten? Moeilijk, met zo’n brok in mijn keel. Ik schuif naast de moeder van Mijne, Anna’s vriendin en klasgenootje. Lijkt een veilige keuze.

Als ik zit schiet ik meteen vol. ‘Sorry’, zeg ik met overslaande stem, ‘ik moet er altijd van huilen’. De moeder van Mijne pakt een zakdoekje uit haar tas. ‘Mooi hè?’ zegt ze, ‘het is zo’n groots gevoel.’ Zij heeft ook drie kinderen en die van haar gaan nu allemaal naar de basisschool. Ik denk aan Lina, ze gaat in juni en dan heb ik dat ook.

De moeder van Annabel zit naast de moeder van Mijne en de vader van Keet schuift links naast mij. Opgelucht dat ik in ieder geval tussen voor mij bekende ouders zit haal ik diep adem en laat ik de tranen, die inmiddels een vijvertje in mijn ogen vormen, over mijn wangen lopen.

Veel gebeurt. project-denktank, gedetacheerd naar Spirit, ontslag genomen na tien jaar bij HVO-Querido, vast contract bij Spirit, mijn vijftigste blog geschreven in een jaar tijd, project pedagogiek gestart, bijna ingestort vanwege teveel tegelijk, gestopt met de jeugdcommissie van de tennisclub vanwege teveel tegelijk.

Het zakdoekje is kletsnat. ‘Boeie!’, denk ik. Een kind speelt ‘Stille Nacht’ op haar saxofoon, andere kinderen uit groep vier zingen, Keet heeft een paar regels solo, de vader van Keet slikt ook iets weg maar hij huilt niet. ‘Is huilen erg?’ Ik vraag het me af. Het is erg als ik het erg vind. Ik vind dat het mag. Als de dienst is afgelopen bekent de moeder van Annabel dat ze ook wel eens een traan heeft gelaten bij ‘zoiets’. Fijn. Dat schept toch een band.

Kerstavond hou ik het droog. Voordat we naar mijn moeder rijden gaan we even langs mijn vader, ‘opa John’, hij is eenentachtig en woont al sinds tijden in een verzorgingshuis in Zoetermeer. Jaren geleden heeft hij een hersenbloeding gehad en is nooit meer geworden zoals hij was. Het is altijd een verassing hoe hij ons zal aanspreken. Lina heet vaak spontaan Lydia en ik vermoed dat hij mij ‘oudste dochter’ noemt omdat hij dan even niet op mijn naam kan komen. ‘Hoe is het met Bram?’ vroeg hij de vorige keer toen Bart er niet bij was.

Vandaag is hij behoorlijk helder, blij dat we er zijn. Hij sleept ons naar de kantine om iets te drinken. ‘Doe mij maar een pirouette!’ zegt hij. Ik kijk hem wazig aan. Hij bedoelt een ‘pikeurtje’, een soort frambozenwijn. De dame van de bediening heeft mijn vader al gespot en de mierzoete drank voor hem klaargezet.

Vader, mijn vader, ik zie hem niet vaak, twee keer per jaar. Dan zit hij daar, in een rolstoel, hij heeft een eigen kamer, ik denk dat hij het wel naar zijn zin heeft. Maar wat weet ik? Twee keer per jaar.

Er staat een XL-sjoelbak met sjoelstenen zo groot als de keien op de dam. We vragen opa John of hij ook wel eens speelt. ‘Ja, soms’, zegt hij, ‘er is een vrouw van vierennegentig, als die meedoet doe ik niet mee, ze wint altijd!’ Hij kijkt er beteuterd bij.

Bart sjoelt een potje met Julia, Anna en Lina. Ik probeer een gesprek met mijn vader aan te knopen, vertel wat over mijn werk, de kinderen, mijn leven, maar ik kan niet goed zien of hij het begrijpt. Hij staart voor zich uit, vertelt over vroeger, het leger, zijn werk bij de Koningin, en dat hij blij is met ons, zijn dochters, kleinzoon en kleindochters.

Voordat we gaan moet ik met hem mee naar het winkeltje. Vijf rollen stophoest. VIJF! Hij rookt niet, drinkt een beetje maar dit is een dingetje. Ik denk dat hij wel twee rollen van de harde zoete snoepjes per dag eet. Van zijn gebit is niets meer over. Grenzenloos snoepen, komt door zijn aandoening, zegt mijn moeder. Hij was altijd al een beetje zo, denk ik.

Het is behoorlijk gezellig bij mijn moeder. Ze is net verhuisd naar een prachtig appartement dat er, zoals elk jaar, uitziet als een feestelijk stalletje op de kerstmarkt in Düsseldorf. Een tafel staat vol sprookjesachtig verlichte mini-huisjes, een kerkje, een landhuis met een ‘bevroren’ vijver en een heuse winkel waar kerstbomen worden verkocht. Een wonderlijke winterwereld waar kinderen met grote ogen naar kijken.

Mijn zusjes zijn er. De ene met vriend én zoon van vriend én vriendin van zoon van vriend. De andere met haar zoon, mijn neefje. Iedereen heeft iets gemaakt of meegenomen. Stoofpeertjes, draadjesvlees, christmas-crackers die niet knallen maar wel een spelletje ‘wie-is-het?’ opleveren, rijst, aardappelgratin, worteltjes, tiramisu en chocoladetaart. Na het uitpakken van cadeautjes die onder de boom vandaan rollen smikkelen we ons buikje rond. Zouden veel mensen die het goed hebben zich dat realiseren?

Julia een blindedarmontsteking met complicaties, haar elfde verjaardag vieren we in het ziekenhuis, de hele klas met juf komt langs, ik heb elke maand minstens een keer migraine, de zomervakantie flopt, de herfstvakantie is beter en dan ga ik door mijn rug, ik kan al weken mijn sokken niet zelf aantrekken en aan sporten durf ik niet eens te denken. 

Eerste kerstdag. De hemel huilt dikke druppels. We zijn stil, kijken een film met rendieren en spelen monopoly. Bart hangt een whiteboard voor Julia op in haar kamer. Ik voel me onbestendig. Alsof de tijd de hele dag stilstaat. Een soort vacuüm. Dan maar weer huilen.

Tweede kerstdag. Traditioneel, sinds een jaar of tien, twaalf, georganiseerd door onze lieve vriend Nico. Met een licht wisselende samenstelling qua types maar altijd een harde kern die ervoor zorgt dat het klopt. Garnalencocktail, kip uit de oven, zuurkooltaart, waanzinnige wijnen, kazen, worteltaart en iets liefs in of op een stukje papier.

Het zijn de vrienden van Nico en zijn vriendin, Marjolein, die niet perse vrienden van elkaar zijn maar op zo’n moment voelt het vanzelfsprekend om daar met deze fijne figuren aan tafel te zitten. Juist omdat we elkaar maar een of twee keer per jaar treffen is er veel te delen.

Iemand verhuisde naar ver weg, iemand kreeg een kind, iemand was lang op reis, iemand’s opa overleed, iemand kreeg tijdens de zwangerschap een blindedarmontsteking, iemand vond een baan, iemand raakte een baan kwijt, iemand verhuisde naar dichtbij, iemand kluste alle kerstdagen in zijn nieuwe huis, iemand wilde verhuizen maar het lukte nog niet.

De afgelopen dagen keek ik terug op een wiebelig jaar. Pieken en dalen, het leven van Mies. Het gevecht tegen de tranen is een strijd tegen mezelf. Ik huil, van blijdschap, dankbaarheid en besef. Maar ook van onmacht, frustratie en verdriet. Dat mijn emotie het soms lijkt over te nemen van mijn ratio, dat ik daar nog altijd geen antwoord op heb, en vecht tegen symptomen omdat ik de oorzaak niet kan vinden. Het gevoel lijkt sterker en groter dan ik. 

Ik fiets na het tweede-kerstdag-diner keihard naar huis. Blij. De volgende ochtend heb ik spijt dat ik mijn tien-centimeter-hoge-hakken aan heb gedaan want mijn rug blokkeert. Er is maar een optie, uithuilen, loslaten en hup naar 2018!


Geplaatst

door

Reacties

2 reacties op “Tranen van 2017”

  1. Harriet avatar
    Harriet

    Ik ben begonnen met het lezen van je blogs en ik kan niet meer stoppen. Wat schrijf je mooi! Lief, grappig, ontroerend, herkenbaar. Je geeft de kleine dingen zin. De kleine gebeurtenissen en tegelijkertijd de enige gebeurtenissen die het leven maken tot wat het is. En wat heb je een natuurlijke schrijfstijl! Jouw stem, jouw blik. Ik kijk uit naar je volgende verhaal!

    1. Mies avatar

      Wat lief. Daar bloos ik van. Zo fijn om te lezen dat je het mooi vindt wat ik schrijf. Dankjewel ?